Bart had alles wat hij zich ooit had gewenst in zijn werk. Een functie waarin hij werd gewaardeerd, fijne collega’s, een goed salaris, mooie kansen.Toch merkte hij dat hij steeds vaker dacht: is dit het nou?
“Ik voelde me opgesloten in iets dat eigenlijk goed was,” zei hij. “Het hele idee om tot aan mijn pensioen in deze baan te blijven, benauwde me. Alsof ik mezelf vast zag roesten.”
In zijn hoofd liepen verschillende scenario’s door elkaar heen. Misschien directeur bij een kleinere organisatie. Of een rol in een raad van bestuur. Of juist iets kleinschaligers: drie dagen leuk werk dichtbij huis, gecombineerd met vrijwilligerswerk. In een hoekje van zijn hart leefde zelfs de droom om zelfstandig adviseur te worden. Kortom, het was een rommeltje.
“Er was van alles mogelijk,” zei Bart, “maar ik was bang om een verkeerde keuze te maken. Wat als ik spijt kreeg? Wat als ik iets waardevols opgaf?”
Wat hij vooral niet wilde, was verzanden in een lange zoektocht, vol analyses en plussen en minnen. “Ik wilde niet nóg meer nadenken,” zei hij. ” Niet nog meer complexiteit, maar helderheid. De kern vinden.”
En precies dat gebeurde.
Door terug te kijken, in plaats van alleen vooruit te puzzelen, ontdekte Bart patronen die hem altijd hebben geholpen, maar waar hij zich niet bewust van was. Hij vond waarden die als een soort onderstroom richting gaven.
“Ik had verwacht dat het een worsteling zou zijn,” zei hij. “Maar het was eerder een bevrijding. Alsof alles wat belangrijk was, vanzelf naar voren kwam.”